Ibn El-Qayyim (overleden 751 H) zei:
- “De mensen van de Islaam zijn onder de (de rest van de) mensen als vreemden,
- De gelovigen zijn onder de mensen van de islam als vreemden,
- De geleerden zijn onder de gelovigen als vreemden,
- De mensen van de Soennah worden onderscheiden van de (rest van de) mensen en worden beschouwd door de mensen van de begeertes en Bida’ als vreemden;
- Degenen die naar de Soennah uitnodigen zijn het meest geduldig. Zij ondervinden veel kwaads van de afgedwaalde (personen) en zijn de meeste vreemden van allemaal”.
Madaarij Assaalikien 3/195.