Majmoe’ El-Fataawaa 1/44
Sheych El-Islaam Ibn Taymiyah (overleden 728 H) zei:
“Als een persoon niet bang voor Allaah is, zal hij zijn verlangens volgen. Vooral als hij wil hebben wat hem niet toekomt. Zijn Nafs blijft zoeken naar datgene waarbij men zich prettig voelt en die het verdriet en bezorgdheid van hem op afstand houdt. Zij (de Nafs) beschikt niet over het gedenken van Allaah en aanbidding waarmee zij zich op haar gemak voelt. Dus ontspant hij zich bij de Haraam zaken van de immoraliteit, drinkt verboden dingen en spreekt vals, houdt zich bezig met zijn begeertes, niet serieuze zaken en spelen. Hij vermengt zich met slechte vrienden enzovoort. Terwijl het hart niet goed wordt behalve door het aanbidden van Allaah de Almachtige”.