Terug naar vragen & antwoorden

Regelgeving van een miskraam en abortus

Een zuster was twee en een halve maand zwanger toen zij een spontane miskraam kreeg. Kan zij bidden en vasten, of moet zij eerst rein worden?

Bismi Allaahi Ar-Rahmaani Ar-Rahiem
(In de naam van Allaah, de Erbarmer, de Meest Barmhartige).

Alle lof komt Allaah toe, vrede en zegeningen zij met de Boodschapper van Allaah, zijn familieleden, zijn metgezellen en degenen die zijn leiding volgen.

De regelgeving ten gevolge van een miskraam of abortus is afhankelijk van het aantal dagen dat een vrouw zwanger was.
In het geval van een miskraam die op een vroeg stadium heeft plaats gevonden moet de bloeding niet gezien worden als kraambloeding. Dit belet de vrouw niet om te bidden en te vasten.

De volgende overlevering en de uitleg van de geleerden geven ons meer duidelijkheid hierover.
Abdoellaah Ibn Mas’oed radhiya Allaahoe ‘anhoe zei dat de Boodschapper van Allaah salla Allaahoe aleihi wasallam – de waarachtige en de geloofwaardige – zei:

"إِنَّ أَحَدَكُمْ يُجْمَعُ خَلْقُهُ فِي بَطْنِ أُمِّهِ أَرْبَعِينَ يَوْمًا نُطْفَةً، ثُمَّ يَكُونُ عَلَقَةً مِثْلَ ذَلِكَ، ثُمَّ يَكُونُ مُضْغَةً مِثْلَ ذَلِكَ، ثُمَّ يُرْسِلُ اللَّهُ إِلَيْهِ الْمَلَكَ،فَيَنْفُخُ فِيهِ الرُّوحَ وَيُؤْمَرُ بِأَرْبَعِ كَلِمَاتٍ: بِكَتْبِ رِزْقِهِ وَعَمَلِهِ وَأَجَلِهِ وَشَقِيٌّ أَوْ سَعِيدٌ، فَوَاللَّهِ الَّذِي لَا إِلَهَ غَيْرُهُ إِنَّ أَحَدَكُمْ لَيَعْمَلُ بِعَمَلِ أَهْلِ الْجَنَّةِ حَتَّى مَا يَكُونُ بَيْنَهُ وَبَيْنَهَا إِلَّا ذِرَاعٌ، فَيَسْبِقُ عَلَيْهِ الْكِتَابُ فَيَعْمَلُ بِعَمَلِ أَهْلِ النَّارِ فَيُدْخُلُهَا، وَإِنَّ أَحَدَكُمْ لَيَعْمَلُ بِعَمَلِ أَهْلِ النَّارِ حَتَّى مَا يَكُونُ بَيْنَهُ وَبَيْنَهَا إِلَّا ذِرَاعٌ، فَيَسْبِقُ عَلَيْهِ الْكِتَابُ فَيَعْمَلُ بِعَمَلِ أَهْلِ الْجَنَّةِ فَيَدْخُلُهَا".
رَوَاهُ الْبُخَارِيُّ وَمُسْلِمٌ.

De interpretatie van de betekenis van de overlevering:
“Voorzeker, de schepping van een ieder onder jullie wordt in de baarmoeder van zijn moeder veertig dagen verzameld als een Notfa (waterdruppel),vervolgens wordt het een ‘Alaqa, (bloedklonter) vervolgens wordt het een Modhgha (vleesklomp). Vervolgens wordt de engel naar hem gestuurd die de ziel in hem blaast en vier woorden (zaken) wordt bevolen: het schrijven van zijn levensvoorziening, zijn daden (die hij gedurende zijn leven zal verrichten), zijn levenseinde en of hij ongelukkig of gelukkig zal zijn.
Voorwaar, bij Degene naast Wie geen Godheid is, iemand onder jullie zal de werken van de paradijsbewoners verrichten, totdat er slechts een armlengte tussen hem en het paradijs is. Vervolgens komt datgene tevoorschijn wat voor hem in het boek staat, wat bij Allaah bekend was, en pleegt hij de werken van de helbewoners, en treedt het Hellevuur in. En iemand onder jullie zal de werken van de Helbewoners verrichten, totdat er slechts een armlengte tussen hem en het Hellevuur is. Vervolgens komt datgene tevoorschijn wat voor hem in het boek staat, wat bij Allaah bekend was, en pleegt hij de werken van de paradijsbewoners, en treedt het Paradijs binnen.”

Overgeleverd door El-Boekhaarie en Moeslim.      

De regelgeving omtrent een miskraam en de reinheid van de vrouw, hangt van de duur van de zwangerschap af. Dit lezen wij in de volgende uitleg van de geleerden.

Sheych Abdoel Aziz Ibn Abdillaah Ibn Baaz rahimahoe Allaah zei het volgende:
"Als een vrouw een miskraam krijgt, waarin de schepping van een mens duidelijk is: (de foetus heeft een hoofd, handen en voeten en andere dingen), dan heeft de vrouw kraambloeding. Zij heeft de regelgeving van kraambloeding: zij laat dan het gebed, het vasten en mag ook geen geslachtsgemeenschap hebben totdat zij weer rein is of totdat zij 40 dagen heeft bereikt.
Maar wanneer datgene wat er uit is gekomen niet duidelijk is, heeft geen menselijke vorm of is in de vorm van een bloedklont dan heeft de vrouw de regelgeving van de Moestahaadha en niet de regelgeving van kraambloeding, noch de regelgeving van een menstruerende vrouw. Zij moet dan bidden, vasten en is zij Halaal voor haar man (mag geslachtsgemeenschap hebben met haar man)”.


Bron: Fataawaa Islamiyah,1/243.

Sheych Mohammed Ibn Saalih Ibn ‘Oethaimien rahimahoe Allaah zei het volgende:
“De geleerden hebben gezegd: als wat er uit is gekomen een duidelijke mensvorm heeft, dan is het bloed afkomstig van Nifaas bloed (van kraambloeding). Zij moet dan het gebed en het vasten laten en haar man moet haar vermijden (geengeslachtsgemeenschap met haar hebben), totdat zij weer rein is. Maar wanneer de foetus geen mensvorm heeft, dan is het geen Nifaas bloeding. Dit belet haar dan niet om te bidden, te vasten en van andere zaken.
De geleerden hebben gezegd dat het minst aantal dagen waarin (een foetus) vorm krijgt 81 dagen is.”

Bron: Fataawaa van de Moslim vrouw, (1/304-305).

Uit de overlevering kunnen wij opmaken dat de schepping van de mens gedurende de eerste vier maanden geschiedt in drie fases, elke fase duurt een periode van 40 dagen. Dit is conform de Woorden van Allaah Soebhaanahoe wa Ta’aalaa:


{يَاأَيُّهَا النَّاسُ إِن كُنتُمْ فِي رَيْبٍ مِّنَ الْبَعْثِ فَإِنَّا خَلَقْنَاكُم مِّن تُرَابٍ ثُمَّ مِن نُّطْفَةٍ ثُمَّ مِنْ عَلَقَةٍ ثُمَّ مِن مُّضْغَةٍ مُّخَلَّقَةٍ وَغَيْرِ مُخَلّقَةٍ...}. سورة الحج آية 5.

De interpretatie van de betekenis van de Aayah:
{O mensen, als jullie in twijfel verkeren over de Wederopstanding, voorwaar Wij hebben jullie uit aarde geschapen en vervolgens uit een (water)druppel en vervolgens uit een bloed klonter en daarna uit een vleesklomp. Sommige zijn gevormd en sommige zijn niet gevormd…}.
Soerat el-Hadj 5 (Qor-aan 22:5}.

Imam Assa’die rahimahoe Allaah zei over deze Aayah:
{O mensen, als jullie in twijfel verkeren over de Wederopstanding…}

Dat wil zeggen: als jullie in twijfel en achterdocht verkeren en in gebrek aan kennis over het plaatsvinden ervan, hoewel het voor jullie verplicht is om jullie Heer en Zijn Boodschappers daarin te geloven.
Maar als jullie weigeren en alleen maar blijven weigeren, dan zijn hier twee rationele bewijzen die jullie (duidelijk) zien. Elk hiervan bewijst het tegendeel van hetgeen jullie aan twijfelen en verwijdert de twijfel uit jullie harten.

De ene ervan: het bewijs van het begin van de schepping van de mens. En Degene (Allaah) Die hem heeft geschapen zal hem opnieuw doen herleven.


Allaah zegt:

De interpretatie van de betekenis van de Aayah:
{Wij hebben jullie uit aarde geschapen}: Dat geschiede door het scheppen van Adam aleihi-Salaam, de vader van de mensheid.
{En vervolgens uit een (water)druppel}: Van spermazaad en dat is het begin van de eerste synthese.
{En vervolgens uit een bloed klonter}:  
En van spermazaad verandert het - als Allaah het wil - in rood bloed.
{En daarna uit een vleesklomp
}:  En daarna wordt het een bloedklomp d.w.z. een stuk vlees, ten grote van iets waar op gekauwd wordt.

En deze vleesklomp (de embryo) wordt soms eruit {gevormd} in menselijke vorm, en op andere momenten {ongevormd}, omdat de baarmoeder het er uit gooit voordat het wordt gevormd.

Tafsier Soerat El-Hajj 5 (Qor-aan 22:5).

Allaah de Verhevene vermeldde in de Aayah de fases van de zwangerschap vanaf de bevruchting van het ei in de baarmoeder tot aan de vorming van een complete foetus. Dat is ook op te maken uit de eerder vermelde Hadieth, die door Abdoe Allaah Ibn Mas’oed radhiya Allaahoe ‘anhoe is overgeleverd.

  1. Eerste fase: Vanaf de 1e dag t/m de 40e dag: als een Notfa (waterdruppel);
  2. Tweede fase: Vanaf de 41e dag t/m de 80e dag: als een ‘Alaqa (bloedklonter);
  3. Derde fase: Vanaf de 81e dag t/m de 120e dag: als een Modhgha (vleesklomp).

Pas in de derde fase (tussen 81 dagen en 120 dagen) wordt de foetus een duidelijk mens, doordat het hoofd, de handen, de voeten…etc. duidelijk te onderscheiden zijn van de rest van de romp.
Daarom zei Sheych Mohammed Ibn Saalih Ibn ‘Oethaimien rahimahoe Allaah dat de foetus pas v.a. de 81e dag vorm krijgt. Dat wil zeggen na afloop van de tweede fase (80 dagen), en vanaf het begin van de derde fase vanaf de 81e dag wordt de foetus dan een Modhgha.


Resumerend:
De regelgeving van de reinheid van de vrouw bij een miskraam en van de foetus:

  • Bij een miskraam van dag 1 t/m de 80e dag: in deze periode heeft de vrouw de regelgeving van een Moestahaadha. Zij bidt, vast en verricht de rest van haar religieuze activiteiten.‍‍
  • Bij een miskraam van na de 81e dag: heeft de vrouw de regelgeving van een kraamvrouw. Wat wil zeggen dat haar bloeding kraambloeding is en zij niet bidt, niet vast.
  • Bij een miskraam van na de 121e dag wordt de ziel in de foetus geblazen. Als er hierna een miskraam optreedt, dan krijgt de foetus de regelgeving van een ‘dode mens’. Hij wordt dan gewassen, wordt Salaat El Djanaazah over hem gebeden en wordt begraven op een officiële begraafplaats. Ook krijgt de foetus een naam en wordt er een Aqieqah uitgegeven. Dit is afgeleid uit de Fataawaa van Sheych Ibn Baaz en Sheych Ibn Oethaimien.
  • Treedt de miskraam vóór de 121e dag dan wordt de foetus alleen begraven zonder wassing, zonder Salaat Djanaazah, zonder een naam te geven en ook geen Aqieqah. De plaats van het begraven mag een willekeurige plaats zijn. Dus niet perse op een begraafplaats.


En Allaah de verhevene weet het, het beste.

De zuivere Islaam
Volgens het begrip van de vrome voorgangers
Doneren